Page 11 - Spiegelschrift 13
P. 11

Paul Schneidershet Spiegeldoor de stationschef te vragen een ‘rijwiel- loodsje’ te mogen bouwen. Dat mag, de kos- ten worden gedragen door de forensen-leden die als ‘jaarabonnees’ samen de 500 gulden bouwkosten storten.Een fraai voorbeeld van burgerinitiatief onder leiding van het liberale gemeenteraadslid Nagtglas Versteeg. Die heeft dit stallingsge- beuren vastgelegd in zijn dagboek. De stalling gaat open op 17 mei 1897. Er is ruimte voor 22 rijwielen, iedere jaarabonnee krijgt een sleutel en jarenlang zal Nagtglas Versteeg als secreta- ris van dit stallingsclubje optreden.De gebrandschilderde ramen boven de hoofdingang van station Naarden-Bussum waren een geschenk van forensen, als dank voor de elektrificatie van de spoorlijn, zo is te lezen op de plaquette(foto boven) in de hal van het stationPaul Schneiders is historicus en bewoner van het Spiegel.Vermeldenswaard is verder dat er bij vertrek van de Bussumse forensentreinen een hulpje van een Hilversumse rijwielhandelaar aanwe- zig was die van gehaaste reizigers de fiets aannam, hun stalen rossen schoonmaakte en zo nodig repareerde.De Bussumse stalling kreeg zelfs landelijke bekendheid. Het Algemeen Handelsblad ge- waagde van een “echt practische inrichting” en verzuchtte “Hoeveel wielrijders, die dage- lijks naar en van een station rijden, ondervin- den niet het bezwaar, dat zij voor hun stalen paard geen stal kunnen vinden?” We horen hier dus een eigentijdse klacht in de taal van ruim een eeuw geleden!Niet veel later, omstreeks 1905, komt er dan een commercieel-professionele stationsstal- ling annex reparatieverhuur en vanwege het stormachtig groeiende forensisme kan niet lang daarna de forens uit wel drie stallingen kiezen en stromen er dagelijks honderden forenzen het station en de stallingen in en uit.ForensenbelastingEen ander teken dat het dagelijkse woon-werk- verkeer een grootschalig verschijnsel is gewor- den, is de forensenbelasting; bij wet van 24 mei 1897 is die door een aantal gemeenten ingevoerd. Vooral Amsterdam had op zo’n belasting aangedrongen, juist vanwege het verhuizen van gegoede Amsterdammers naar ’t Gooi en Bloemendaal-Aerdenhout.Naar berekening van een Amsterdams raads- lid verloor de stad tussen 1885 en 1891 de opbrengst van gemeentelijke belastingen over vijf miljoen gulden, ettelijke tienduizenden guldens waren dat. De forensenbelasting (in 1929 opgeheven) moest betaald worden door mensen die buiten Amsterdam woonden, maar er per jaar negentig dagen of meer werkten.11


































































































   9   10   11   12   13