Page 21 - Spiegelschrift 16
P. 21
21De omtrekken van de kamer vervagen en even later staat hij in de sneeuw, die opeens in omvang is geslonken. Voordat hij begint te lopen, pakt Johannes het gewei en trekt er hard aan. Maar het zit onwrikbaar aan zijn hoofd verklonken. Er blijft hem niets anders over dan met dat ding op naar huis te gaan, door het verlaten Spiegel, waar zelfs geen uitgelaten hond te zien is. Op de Gooilandse- weg zit zoals altijd de uil in zijn schoorsteen op wacht. Als die in dit donker maar niet denkt dat het gewei een muis is.Ze zitten al aan tafel als hij thuiskomt. Debbie zijn vrouw kijkt hem aan met een verachtende blik. ‘Hang je weer de idioot uit,’ zegt ze geïrriteerd. ‘Hoe kom je aan dat malle ding op je kop?’‘Misschien kan je me vertellen hoe ik er af kom!’Zijn beide kinderen lachen hem uit.‘Het zit muurvast,’ roept hij wanhopig.‘En het was er zeker opeens?’Johannes zwijgt. Zouden ze dit kunnen opereren? Of heeft die verrekte engel dat ding meteen verbonden met zijn hersens, zodat hij dat gewei de rest van zijn leven moet dragen? Hoe kan hij het zijn vrienden uitleggen?Debbie staat op, loopt op hem af, bestudeert een ogenblik het gewei, pakt het beet en rukt het van Johannes zijn hoofd. Zij keurt de hoofdtooi precies één blik waardig en gooit het naast zich op de grond. ‘Papier maché,’ zegt ze vol minach- ting. ‘Heel leuk bedacht hoor.’Later die avond loopt Johannes nog even de tuin in. Het is windstil. Een wolken- loze lucht. Hij luistert naar de stilte, vol van een onbestemd verlangen, terwijl hij de hemel afspeurt. Daar is beweging noch geluid. En toch, als hij zijn ogen stijf dichtknijpt, hoort hij een koor van zachte stemmen. Aan de zwarte hemel ver- schijnt een haarscherp getekend beeld. Hij blijft staan kijken tot het langzaam oplost. In gedachten loopt hij weer het huis in. Het zojuist geziene staat nog scherp in zijn geheugen. Het was een zachtbruin rendier, een knuffelbeest. Het glimlachte vanuit de hemel naar de aarde. Het meest opvallend was zijn rode neus.Rudolf Geel is Neerlandicus, schrijver en bewoner van het Spiegel


































































































   19   20   21   22   23