Page 35 - Spiegelschrift 14
P. 35
ColumnSuzanne EkkerHalverwege de prinses Irenelaan, verscholen tussen haag en boom, ligt de ingang van natuurgebied Cruysbergen. Via het draaimolenke stap je eerst 20 meter door een donkere tunnel van naar elkaar groeiende boompjes, tot je bij een bruggetje komt. Daar ontvouwt de geboorteplaats van Windekind zich in al haar glorie.ABDOUen het multi-culti SpiegelVolgens T.S. Eliot is april de wreedste maand, maar mei en juni zijn ook niet mis. Elke dag tel ik gespannen de eieren in het zwanennest om te zien of de vos niet op bezoek is geweest. Ik ben pas gerust wanneer het hele zwanenvolkje tot wasdom is gekomen. Nou zoeken ze het zelf maar uit.In de zomer zoemt en zingt het rond je oren en ’s avonds hoor je het kikkerconcert al uit de verte. Sinds enkele jaren lopen er ook wat lome koebeesten rond en het is uitkijken waar je je voeten zet. Honden moeten er aan de lijn. Dat heb ze voor en heb ze na. Het voordeel is dat het er niet te druk wordt en het nadeel is dat je je hond moet aanlijnen. Mijn hond is een gemene moordenaar die zeker een tijdje in het vagevuur moet zitten alvorens de hondenhemel binnen te mogen en ik laat haar dus niet meer los.PenningOp een mooie zaterdag in april liep ik met mijn loopse hondje aan het lijntje te wandelen toen ik merkte dat ik achtervolgd werd. “Zo, en wie ben jij dan en waar is je baas?” De bruine labrador kwispelde vrolijk naar mijn gemene moordenaar. Hij had er wel zin in. Ik tuurde rond maar een baasje of vrouwtje was nergens te bekennen. Aan de riem rond zijn nek hing echter een penning die mij misschien kon helpen. ABDOU stond in de penning gegraveerd. Aan de andere kant vond ik het telefoonnummer van de eigenaar. Nu had ik wél mijn mobiel bij maar níet mijn leesbril en na enkele mislukte pogingen gaf ik het op.Ik vervolgde mijn wandeling die er niet makkelijker op werd, omdat ik mijn nieuwe vriend om de tien seconden op minder romantische ideeën moest brengen. Ik had geen zin in een nest labraspaniëls. Maar uit de verte zag ik gelukkig een gearmd koppeltje mijn kant uitkomen.“Is dit jullie hond?”, riep ik hoopvol. Helaas, dat was ie niet en ik legde mijn probleem uit.Halverwege de prinses Irenelaan, verscholen tussen haag en boom, ligt de ingang van natuurgebied Cruysbergen.“Als u nou die hond vasthoudt en het telefoonnummer voorleest, dan zal ik de eigenaar bellen”, stelde ik voor en hield mijn telefoon in de aanslag. De jonge man was duidelijk niet zo aan honden gewend en benaderde de labrador nogal onhandig.“Hij doet niks hoor”, stelde ik hem op z’n gemak. “Hij heet Abdou”.De man keek mij met grote ogen aan. “Hoe weet u dat?”Ik wees met mijn mobiel in de hand naar de hondenpenning: “Nou, dat staat daar!”Zijn ogen werden nog groter. “MIJN NAAM STAAT IN UW TELEFOON???”Toen werd het me duidelijk en na enige uitleg hebben we er hartelijk om gelachen.Hoe groot is de kans dat je in het Spiegel binnen vijf minuten twee Abdou’s tegenkomt?Zijn we toch meer multi-culti dan we dachten.35Spiegelogie