Page 45 - Spiegelschrift 17, voorjaar 2018
P. 45
door Rudolf Geel45DE BEKENDSTE TOREN VAN HET SPIEGEL IS DE WATERTOREN AAN DE BUSSUMERGRINDWEG.SPIONNETJESDe straat van mijn jeugd, in de Amsterdamse Watergraaf- smeer, bevatte veel zogenaamde spionnetjes. Binnen zat een buurvrouw de hele dag op haar stoel via haar aan de buiten- kant van het raam bevestigde spionnetje de boel in de gaten te houden, telefoon bij de hand om de politie te bellen als zij jongens waarnam met een bal. Het spreekt voor zich dat wij  ink de pest hadden aan die verzuurde wijven.Nieuwsgierigheid is van alle tijdenNieuwsgierigheid is echter van alle tijden. En die spionne- tjes waren natuurlijk niet meer dan surrogaat. Want wie echt wil weten wat er in de omgeving gebeurt, heeft veel meer aan een toren, van waaruit hij of zij alle kanten op kan kijken. Zulke echte uitkijktorens vragen wel om een permanente wachtpost. Anders is het niet echt. Uitkijkposten zijn door de eeuwen heen gericht op het in het vizier krijgen van gevaar. Als mijn huis een torentje had, zou de kans zeer aanwezig zijn dat mijn vrouw mij met de muziek die ik liefheb naar de top van ons huis verbande. Vanuit mijn torentje zou ik vervolgens, met geopenderamen, de hele buurt van behoorlijke muziek kunnen voorzien. Maar ach, dat zou mijn lieve echtgenote ertoe verplichten keer op keer drie trappen op te rennen om mij op lie ijke toon toe te voegen dat mijn muziek zachter moet. Zachter zetten betekent altijd: bijna uit. Om haar het traplopen enigszins te besparen is ook mijn vrouw blij dat wij geen torentje hebben.OPLETTENDHEID EN KRACHTToen het Spiegel nog niet was volgebouwd, had het vanwege het uitzicht meer zin als je een torentje op je huis liet bouwen dan tegenwoordig. Maar zinvol is niet altijd wat mensen nastreven. Van oudsher drukken torens immers behalve oplettendheid en kracht ook vooral trots uit. Die trots is zoiets als ‘de kers op de taart’. Kijk eens waar wij wonen, hoe ons huis eruitziet; straalt het niet macht en architectonische inventiviteit uit, met die markante toren? In de middeleeuwen had ieder kasteel een of meer torens. Dat was ook nodig. Torens waren hoogstnoodzakelijke uitkijkposten. Jaren geleden heb ik in Frankrijk veel kastelen en vooral ruïnes van kastelen bezocht en onderzocht. Vaak werden deze grote gebouwen annex vestingen neergezet op bergkammen of op andere moeilijk te bereiken plaatsen. Bovendien gaven de hoge vestingen alle gelegenheid de wegen en dus de handel in het gebied te controleren.Voor vijanden en roversbendes was het moeilijk ze te ver- overen en wie gevangen werd genomen en naar een kerker afgevoerd, kwam daar nog maar hoogst zelden uit. Kerkers lagen meestal onder het kasteel. Als ik het Muiderslot be- zoek ga ik altijd even in de kerker kijken. Die ziet er hele- maal niet unheimisch uit. Een gevangenis van het polder- model. Meer op onderhandelen gericht dan op streng straffen. Hij ligt gemakkelijk bereikbaar naast het binnen- plein. Nee, dan de kerkers in stoere vechtkastelen in Frankrijk. Dat is andere koek.Rudolf Geel is Neerlandicus, schrijver en bewoner van het Spiegel


































































































   43   44   45   46   47