Page 37 - Spiegelschrift 15 - Najaar 2017
P. 37
DAAR STAAT MIJN HUIS VERVOLG HALVERWEGE DE MEENTWEGWOONDE VROEGER MALLE ARIE.37Let wel: wie zich veel personeel kon veroorloven, wist zich op die manier te wapenen tegen de onvolkomenheden van het ouderwetse leven. De kasten van huizen hadden waar- schijnlijk wel badkamers, en natuurlijk was het heel comfor- tabel als om de zoveel minuten een jonge dienstmeid bin- nenkwam met een volle lampetkan warm water. En ook hoefden meneer of mevrouw niet persoonlijk toe te zien op het legen van de beerput.Tekenen uit het verleden ontbreken in het SpiegelGEMÊLEERDMet de toename van het aantal kleinere woningen kwamen er in het Spiegel ook bewoners die hun werkzame leven niet grotendeels doorbrachten op kantoren. Artsen, hoogleraren, musici, journalisten, kortom een gemêleerd gezelschap dat zich thuis voelde in de smalle lanen, waarvan je de ligging voor een buitenstaander bijna nooit helder kon aanduiden. Een normale wijk, met aardige mensen, grappige mensen, dodelijk saaie mensen en vervelende chagrijnen. Zoals het hoort.Wat dat aangaat kan het wel eens zo zijn dat in de nabije toekomst, wanneer veel van de huidige bewoners in de eeuwigheid zijn verdwenen, het Spiegel opnieuw voor de meeste mensen een onbereikbaar woonoord wordt, van- wege de huizenprijzen die dan voor velen onbetaalbaar zijn geworden. Zoals het nu ook in Amsterdam gaat. Het Spiegel van de toekomst dus vol menselijke eenheidsworst.MALLE ARIEIn de geschiedenis, hoe dan ook, gaat het uiteindelijk nooit alleen om huizen, maar om degenen die er gewoond hebben. Om de kleurrijke verhalen van kleurrijke mensen.Eertijds stonden er in Het Spiegel nog veel kleine boerderij- tjes en groepjes woningen. In een van die woningen, halver- wege de Meentweg, woonde Malle Arie, de bomenrooier. Misschien was hij zo mal geworden nadat hij een boom had gerooid die geheel onvoorzien de verkeerde kant op viel. In ieder geval werd Arie omstreeks 1920 overgebracht naar het lie ijke plaatsje Geel, in de Belgische Kempen, waar men zwakzinnigen in gezinsverband verpleegde.Voor dat het zo ver was moeten heel wat medebewoners van Het Spiegel over Arie geklaagd hebben. De arme ziel en als je het mij vraagt misschien wel de meest kleurrijke - guur die ons dorp gekend heeft. Voor hem zouden wij een standbeeld moeten laten maken door een van de vele da- mes in het huidige Spiegel die zich bezighouden met schil- deren en beeldhouwen. Zij zijn degenen die deze wijk, zij het vaak in stilte, nog enig kunstzinnig cachet geven.Wie Laren (NH) binnenrijdt of etst stuit aan de dorpskern aangekomen op het beroemde café Het Bonte Paard, dat nog altijd als een duidelijk teken geldt dat Laren eens een kunstenaarsdorp was. Zo’n opvallend en aansprekend te- ken uit het verleden ontbreekt in het Spiegel.Wat zou het daarom eervol en voortvarend zijn geweest als in Gorters huis op de taartpunt tussen de Nieuwe ’s Grave- landseweg en de Bredelaan een Gorter-museumpje was ingericht. Want die ene hut van Van Eeden en dat huis van Jo Bonger in de Koningslaan, dat bijna alle schilderijen van Van Gogh bevatte, zijn voor de luisterrijke faam van het Spiegel niet voldoende.Als we ter versterking van het historische beeld van het Spiegel eens begonnen met dat beeld van Malle Arie.Literatuur:Paul Schneiders, Het Spiegel - geschiedenis van een villawijk, 1874-heden. Laren 2010: uitgeverij Van WeilandA.C.J. de Vrankrijker en K.C. Bijlevelt, Bussum in oude ansichten. Zaltbommel 1977