Page 33 - Spiegelschrift 15 - Najaar 2017
P. 33
door Rudolf GeelRudolf Geel is Neerlandicus, schrijver en bewoner van het Spiegel33OVER DE VOORMALIGE KOLONIE WALDEN LOOPT SINDS KORT DE WALDENLAANKNIEPERIGToen in Bussum in 1874 een stationnetje geopend werd, kon Het Spiegel, onder leiding van de slimme projectontwikke- laars Loman en Biegel, zich gaan ontwikkelen. Dit alles is door Paul Schneiders uitvoerig en smaakvol beschreven in zijn in 2010 verschenen boek Het Spiegel, geschiedenis van een villawijk, 1874-heden, dat ik de lezers van dit stuk van harte aanbeveel.Al was het alleen maar om de beschreven knieperigheid van de Gemeente Bussum, die de knip moest opentrekken om het Spiegel een aantal noodzakelijke openbare voorzieningen te verschaffen. Ondanks alle moeilijkheden die overwonnen moesten worden, nam het villapark in de loop van een aantal jaren de vorm aan van een groene, en door de vele boomrijke bochtige lanen, betoverende wijk.Het station zorgde overigens niet meteen voor een stormloop op het gebied. In 1884 stonden er pas 45 grote villa’s, maar de bebouwing nam op een gegeven ogenblik snel toe en in een later stadium begon men ook de gronden die bij de villa’s behoorden te verkavelen.Minder rijken, maar nog steeds welgestelden, hielden het bouwen van enorme villa’s voor gezien; architecten maakten nieuwe ontwerpen voor kleinere maar met veel fantasie ontworpen behuizingen. Zo ontstond een diversiteit aanbebouwing, waarvan veel resultaten nog altijd recht overeind staan, en voor het belangrijk deel de schoonheid en het architectonische belang van de wijk bepalen.NOSTALGISCHE KOEIENVLAAIENDe vele ansichtkaarten van het nog onvoltooide Spiegel suggereren een landelijke lie ijkheid, en dat is niet vreemd. Het zou pas merkwaardig zijn geweest als er op die oude afbeeldingen karren waren afgebeeld die niet verder konden door de modder, of keurige heertjes, die zojuist in een koeien- tractatie waren gestapt.Van bacchanalen bestaan geen ansichtkaartenOmdat alleen het mooie, het nostalgische werd getoond, kan er ook nu nog een vaag verlangen blijven naar het Spiegel in aanbouw, toen er nog geen elektrisch licht, geen waterleiding en geen riolering was, noch een brandweer die kon uitrukken bij calamiteiten. Door regen werden de wegen en weggetjes modderig en in de zomer bij droogte veel te stof g, vol kuilen bovendien die het koetsen en wagens met bouwmaterialen onmogelijk maakten hun bestemming te bereiken. Langs de wegen met boerderijen lagen mesthopen te stinken. Stel je voor dat je daar ’s avonds langs moest. Er waren ook geen straatlantaarns. ’s Winters was het naar ik aanneem gemid- deld veel te koud in die grote huizen.Maar het bouwen ging door en allerlei aardige huisjes of bouwsels moesten daarvoor tegen de grond. Neem bijvoor- beeld de uitspanning Het Melkhuisje, op of aan Maria Heuvel, waar nu de Heuvellaan ligt. ‘Het terrein,’ vermeldt het onderschrift bij een foto in Bussum in oude ansichten ‘was min of meer als wandelpark ingericht. De vermoeide wande- laar vond er gelegenheid even uit te rusten in een eenvoudige