Page 11 - Spiegelschrift 15 - Najaar 2017
P. 11
door Pieter SchutCarien van den Berg geeft al tien jaar bijles wiskunde: “Ik ben er een beetje bij toeval ingerold. Ik hielp mijn zoon met zijn sommen en toen kwamen zijn vriendjes ook en zo begon het. Ik dacht: ga ik weer naar kantoor, of ga ik bijles als werk doen? Ik koos voor dat laatste. Nooit spijt van gehad”.Marjolein Snouckaert combineert het bijlesgeven met lesgeven op het Luzac College in Amersfoort en het moederschap. Momenteel heeft ze nog maar weinig tijd voor bijles, omdat ze ook nog studeert. Maar Marjolein is dus wel ervaringsdeskun- dige: “Bij wiskunde is altijd alles hetzelfde, volgens de wetten van de logica. Het Engels is juist een taal met veel regels en veel uitzonderingen. Veel kinderen vinden dat moeilijk”.“Als je het niet snapt, moet je me appen”Carien: “Het belangrijkste wat ik doe is coaching. Werken aan het zelfvertrouwen. Kinderen moeten vertrouwen krijgen: ik kan het wel! Vaak moet je een verhaal meermalen vertellen. Herhaling is nodig, dat geeft helemaal niks. Pas na een paar keer valt dan het kwartje. Vooral jongens willen altijd direct op hun doel af. Dat gaat niet bij wiskunde; je moet het eerst snappen. Vergelijk het met zwemmen: je begint niet met afzwemmen, maar met zwemles”.Marjolein: “Het grote voordeel van bijles is de een-op-een benadering. De kinderen voelen bij ons niet gelijk de druk van de klas. Ze durven veel eerder vragen te stellen, zonder zich te hoeven generen voor vriendjes of vriendinnetjes. Die persoonlijke aandacht is het belangrijkste. Op grote scholen- gemeenschappen is daar niet altijd tijd en ruimte voor”.PRESTATIESCarien: “Dat is geen verwijt aan docenten hoor. Mensen zouden zich eens moeten realiseren wat een docent allemaal moet doen naast het lesgeven aan hun kinderen. Ook de school verwacht veel van de leerlingen. Ze worden immers afgerekend op de prestaties van de kinderen. Daarmee wordt de druk op de kinderen groot.”Marjolein: “Regels, overleg, ouderavond en dan ook nog je eigenlijke werk. Op een vorige school waar ik werkte moest ik soms wel 150 werkstukken nakijken. Die gingen natuurlijk mee naar huis. Daar was ik dan dagen mee bezig. Het beeld is dat je in het onderwijs enorm veel vrije tijd en vakantie hebt, maar in werkelijkheid is de werkdruk heel hoog”.OMAFIETSENOp veel dagen is het een komen en gaan van scholieren. Niet alleen in de examentijd, ook vlak voor een toetsweek of een belangrijke repetitie. Geduldig wachten ze bij Carien en Marjolein op hun beurt. Mondreclame maakt het drukker en drukker. Steeds meer kinderen rijden op hun Oma ets naar de bijlesadressen aan de Waldecklaan.Carien: “Mijn regel naar de kinderen is dat je nooit kunt zeggen: ik heb mijn huiswerk niet gedaan, omdat ik het niet snapte. Als je het niet snapt, moet je me appen, zeg ik dan”. Ze laat haar telefoon zien, vol met korte en lange appberichten: “Als de één hier bij mij thuis een som maakt, kan ik snel iemand anders via de app op weg helpen. En dat gaat dan’s avonds natuurlijk gewoon door...”Marjolein: “Zoiets is voor de meeste docenten natuurlijk niet haalbaar”.Carien: “Nee, dat begrijp ik ook wel. Maar wat ik niet begrijp is dat sommige docenten faliekant tegen bijles zijn. Het lijkt wel alsof ze zich aangevallen voelen. Maar het is helemaal niet zo dat je met je bijles de rol van de docent overneemt. In tegendeel. Je ondersteunt de docent juist. Veel leraren zien dat ook wel hoor en met hen kan ik goed samenwerken”. Marjolein: “Lesgeven is natuurlijk ook een heel persoonlijk ding. Iedereen doet het anders. Ikzelf ben bijvoorbeeld een heel serieus type; anderen benaderen de kinderen juist weer heel grappig”.Carien: “Wat ik wel jammer vind is dat er weinig ruimte is voor mensen die het leuk maken in het onderwijs. Wat is er nou leuk aan wiskunde op school? En als kinderen wiskunde niet leuk vinden, dan is het om die reden natuurlijk ook meteen een stuk moeilijker. Maar wiskunde is wél een leuk vak...als je het snapt”.“Je moet een beetje hun taal spreken. En eerlijk zijn. Ik vraag aan kinderen om het eerlijk te zeggen als ze iets niet begrij- pen. Van mijn kant ga ik niet zonder overleg met het kind contact zoeken met hun ouders. En uiteindelijk blijkt steeds weer: Kinderen kunnen veel meer dan ze zelf denken!”DE WISKUNDELEERDOOS VAN CARIEN:“WISKUNDE IS EEN HEEL LEUK VAK...ALS JE HET SNAPT”.11