Page 49 - Spiegelschrift 13
P. 49
Fransien Jongmans en Caroline JoorenDe heer Frederik Doude van Troostwijk woont al vanaf 1966 met veel plezier in het statige pand aan de Waldecklaan 10. Zijn kinderen Michiel, Marie-Lou en Reiniera groeiden hier op. We werden door meerdere mensen getipt op de bijzondere planten in deze tuin, die veelal door de heer des huizes zelf zijn opgekweekt. En inderdaad, ondanks het troosteloze herfstweer vallen we van de ene verrassing in de andere..Groene vingersDe geschiedenis van de groene vingers bin- nen de familie begint bij de betovergroot- vader van onze gastheer, de Amsterdamse lakenkoopman Adriaan Paets van Troostwijk. In zijn vrije tijd was hij zowel chemicusals botanicus. Net zoals AH het afgelopen jaar de jeugd aan het moestuinieren kreeg, kweekte de heer Doude van Troostwijk al op zijn vierde tuinkers en radijsjes. Een van zijn vijf kleindochters heeft ook groene vingers. “Ze kan snoeien. Daarvoor moet je niet al- leen oog, maar oog een goede hand hebben. Het moet recht.”CameliastruikHet gezin koos destijds voor dit huis vanwe- ge de grote tuin op het zuiden. “Mijn vrouw vond dat heel plezierig. Toen we hierheen verhuisden, hing er behalve onze fietsen ook een grote enorme cameliastruik aan de ver- huiswagen. Die staat nog steeds te pronken aan de zijkant van het huis. Mijn hele gezin is er verknocht aan. De tuinaanleg is naar men zegt in de jaren twintig gedaan door tuin- architect Versteeg. Het is een echte liefheb- berstuin. Mijn vrouw liet het tuinieren graag aan mij over. Ze wilde geen sterk ruikende bloemen, maar wel veel rozen.”Fuchsia.Al doende...Veel van de oorspronkelijke aanleg van de tuin is behouden gebleven. Daartoe behoren twee coniferen, een Japanse kers en zes van de oorspronkelijke acht eiken. Wel heeft hij drie appelbomen en een levensgrote berk gerooid. De overige bomen en planten heeft hij grotendeels zelf opgekweekt, onder het motto ‘al doende leert men’.“De prachtige Magnolia Grandiflora bijvoor- beeld. Die had dit jaar acht enorme sterk ruikende bloemen, wat voor zo een in de kou staande subtropische boom een succes mag heten. Ik heb ook een fraaie tulpenboom,die zit tussen juni en juli vol met prachtige groengele bloemen. En een Cornus kousa, daar heb je het hele jaar plezier van, al doen ze het hier niet zo goed.”De Graafland-broeikas.49
