Page 23 - Spiegelschrift 13
P. 23
ColumnSuzanne EkkerVorige week had ik een reünie van oud-studiegenoten in België. Natuurlijk moest ik de glorie kraaien over ons fraaie Gooi. De uitge- strekte heide, de Loosdrechtse Plassen, de mooie winkels in Laren en het charmante Blaricum. “Maar het leukste van Bússum is dat wij met de trein binnen een half uurtje in hartje Amsterdam staan”, gooide ik ietwat zelfvergenoegd als laatste troefkaart op tafel. Ja, hoe leuk is dat! “Maar als ge Amsterdam dan zo plezant vindt, waarom gaat ge daar dan niet wonen?”Retourtje AmsterdamTja, goeie vraag. We denken er wel es over. Natuurlijk. En we zijn zeker niet de enigen.Als ik mijn oor te luisteren leg bij andere lege-nesters en bijna lege- nesters in het Spiegel, kan ik ze in drie groepen verdelen.De eerste groep kijkt je vernietigend aan. “Verhuizen naar Amsterdam? Ik moet er niet aan denken, muh! Die drukte, toeristen, rolkoffers, marihuanaluchten, parkeerproblemen, belachelijke huizeprijzen.. je moet wel gek zijn”.De tweede groep is even overtuigd in de andere richting. “Tuurlijk! Als Merel/Daan/Tara het huis uit is, verkopen we de ‘hut’ en gaan we naar Amsterdam”. Zo’n koppel kijkt elkaar dan met twinkeloogjes aan en je vermoedt dat ze nog hele spannende seks hebben. Of misschien hopen ze dat in Amsterdam weer te krijgen.Wij behoren tot de tussengroep. De twijfelaars. Waarom zouden we naar Amsterdam willen? Ons mooie huis dat we liefdevol naar onze smaak hebben gekneed, verlaten voor een pijpenla in Zuid? De eindeloze wandelingen met de hond door een keur aan natuurgebieden inruilen voor dat Vondelparkje? Ha!Villa in het Spiegel of pijpenla in Zuid?ElfenstofMaar dan ga je op een zonnige zaterdag- ochtend, vroeg in de herfst, voor een afspraakje naar Amsterdam en dan gebeurt er iets magisch. De bierdrinkende, lallende toeristen slapen nog, het verkeer rijdt langzamer en de stad lijkt wel verstild. Op het Museumplein drinken een paar jonge meisjes met knotjes hun dampende latte en een man laat z’n hond uit. De zon schittert in de grachten en de huizen, oh, de huizen zijn zo mooi!Dromen van Amsterdam: Carré, de Magere Brug en varen op de Amstel.Er hangt elfenstof in de lucht en je weet, hier wil ik wonen. Dit kan onze biotoop zijn, waarom niet? Stel je voor, dan kunnen we zo maar ’s avonds, als er niets op tv is, even naar de Rode Hoed gaan. Voor een interessante lezing. Dat doe je niet zomaar als je in Bussum woont.Nee, doe je niet zo snel. Of naar een concert, of een aperitiefje bij Hoppe pakken, heerlijk. Opeens voelen we het bloed weer door onze aderen vloeien, we zijn weer jong en onze tred wordt lichter. We speculeren over de verkoopprijs van ons huis en vinden dat we echt geen twee auto’s nodig hebben. En zo slenteren we verder door de steeds drukker wordende stad.Met onze dromen onder de arm en een beetje gezwollen voeten treinen we ’s avonds terug naar huis. Ach, dat lieve stationnetje van Naarden-Bussum ligt er zo vredig bij. Het ruikt hier ook wel lekkerder dan in Amsterdam. En terwijl we de hond uitlaten, waait het elfenstof langzaam weg.“We moeten wel wachten tot de hond en de kat dood zijn”, mompelt mijn man voor ie inslaapt. Ze zijn nog maar zes, dus we hebben nog wel even.23Spiegelogie